Verdeling van spiervezels
đCategoriseer spiervezels niet langer enkel als âsnelâ of âtraagâ.
Begeleide test â Spiervezelprofiel
1) Kies de oefening
2) Vul je 1RM in
3) Bereken het testgewicht
4) Voer de set uit en noteer het aantal herhalingen.
Opmerking: educatieve tool. Resultaten hangen af van oefening, techniek en je dagvorm.
â ïž Deze test geeft een richting (een kompas), geen chirurgische GPS.
Hij is gebaseerd op krachtâherhalingsrelaties zoals vastgesteld in onderzoek: praktisch, reproduceerbaar, niet-invasief, maar wel een schatting.
De veelgemaakte foutâŠ
We reduceren spiervezels vaak tot âsnelâ vs âtraagâ⊠en gooien er nog âtype A / type Bâ door elkaar bij. In werkelijkheid onderscheiden we ze zo:
Type I (traag): trage contractie, zeer uithoudend, rijk aan mitochondriĂ«n en haarvaten â ideaal voor langdurige inspanningen.
Type II (snel): met subtypes: IIa (intermediair, oxidatief-glycolytisch) en IIx (vroeger ook IIb genoemd: zeer snel, zeer krachtig, maar snel vermoeid). Er bestaan hybride vezels en de verdeling varieert per individu⊠en zelfs per spier.
Wat betekent dit voor training?
Snel profiel (IIx/II)
â Ideaal voor: kracht en explosiviteit
â Hoe trainen: korte sets (3â6 reps), zware belasting (80â90% van max), lange rust (3â5 min).
â Belangrijk: ook wat langere sets (12â20 reps licht) inbouwen voor balans.
Gemengd profiel (IIa + I)
â Ideaal voor: algemene progressie (kracht + spiermassa)
â Hoe trainen: afwisselen tussen zware weken en volumewoeken. Sets van 6â12 reps, rust ~2 min.
Traag profiel (I)
â Ideaal voor: spieruithouding en volume
â Hoe trainen: lange sets (12â20 reps), korte rust (60â90 sec), dense formats (supersets, circuits).
â Belangrijk: af en toe zware sets (3â5 reps) om kracht te onderhouden.
Kan je je vezels veranderen?
Er is een zekere plasticiteit: door training zien we vooral aanpassingen van IIx â IIa (en selectieve hypertrofie), maar geen echte conversie van I â II bij mensen.
- Richting uithouding: lange, herhaalde sessies met matige belasting â meer oxidatieve kenmerken, gedeeltelijke shift van IIx â IIa.
- Richting explosiviteit: zware gewichten, maximale concentrische snelheid, sprints, plyometrie â behoud van snelheidsvermogen, meer power.
- Zonder onderhoud: IIx-vezels verdwijnen snel (deconditionering of te veel âvolumeâ), daarom moet je explosief werk behouden als power je doel is.
Kort samengevat:
- Meer cardio/volume â vezels worden uithoudender.
- Meer zwaar/explosief â vezels worden krachtiger.
- Stoppen â snelle vezels verdwijnen snel, dus houd altijd wat explosief werk, zelfs bij een focus op uithouding.
đ Belangrijk: je verandert je âkern-natuurâ niet, maar je kan je vezels wel sturen richting je doelstelling. Voor een coach is dit een strategische hefboom om programmaâs te personaliseren.
Grenzen & aandachtspunten
- Betrouwbare 1RM verplicht: een fout hier maakt het hele resultaat waardeloos.
- Oefeningspecifiek: check met 2 bewegingen (bv. squat + leg press) als het profiel erg uitgesproken lijkt.
- Variabiliteit: techniek, tempo, warming-up, rust, pacingstrategie en dagvorm beĂŻnvloeden het aantal reps.
- Gold standard: biopsie blijft de enige 100% zekere meting.
Onthoud: dit protocol geeft info op groepsniveau van spieren, niet van één geĂŻsoleerde spier â logisch, want multi-joint oefeningen activeren meerdere spieren tegelijk. Voor één specifieke spier beslist enkel biopsie.
Wat DietHelper voor je doet
- SmartCoach registreert het vezelprofiel per spiergroep in het klantendossier. Zo kan je dit koppelen aan de doelen (kracht, hypertrofie, uithouding) en geschikte rep-ranges / %1RM / rust aanbevelen.
- Je kan de evolutie volgen per trainingscyclus (en de verwachte adaptaties IIx â IIa monitoren).
Van schatting naar programmering
Voer je 1RM-tests in SmartCoach en laat DietHelper de trends omzetten in uitgewerkte sessies (gewichten, reps, rust, densiteit) â en volg de vooruitgang in het klantendossier.
Referenties
- HĂ€kkinen, K. (1993). Strength training and neuromuscular adaptation.
- Terzis, G. et al. (2008). Fiber type composition & capillary density vs strength. J Strength Cond Res.
- Fry, A., & Webber, J. (2000). Forceârepetition relationships & fiber types.
- Campos, G. et al. (2002). Adaptations volgens rep-zones (laag/middel/hoog).
- Staron, R. et al. (2000). Specifieke hypertrofie per vezeltype.
